Ik heb een aantal jaren motor gereden voor woon-werk verkeer, onder allerlei weersomstandigheden, en iedere keer was ik weer verbaast over andere weggebruikers.
Over automobilisten die je gewoon weg niet zien of je snelheid verkeert inschatten. En nee, ik ben geen snelheidsmaniak, ik houdt me aan de maximum snelheid van de weg waar ik op dat moment op rijdt.
Maar ook over andere motorrijders… sommige die zonder goed vooruit te kijken in gaan halen omdat ze denken dat ze “toch sneller zijn dan een auto”. Andere die in de zomer maar geen beschermende kleding aan doen omdat ze dat te warm vinden.
Dat zijn een aantal van de redenen om deze site te beginnen, daarbij ook nog enkele passages uit een rapport van het SWOV.
http://www.swov.nl/rapport/Factsheets/NL/Factsheet_Motorrijders.pdf
Samenvatting
Het berijden van een motorfiets levert een relatief hoog risico op om ernstig gewond te raken of te overlijden ten gevolge van een ongeval.
De slachtoffers zijn voor het overgrote deel mannen. Door gebrek aan bescherming door het voertuig zijn de gevolgen van een motorfietsongeval vaak ernstig voor de bestuurder en zijn passagier.
De belangrijkste oorzaken van motorfietsongevallen zijn voorrangsfouten op kruispunten, naar verhouding vaak omdat een automobilist de motor niet heeft opgemerkt, en het verlies van de macht over het stuur door de motorrijder.
Er zijn verschillende mogelijkheden om de veiligheid van motorrijders te vergroten. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan een betere zichtbaarheid en opvallendheid van de motor en zijn berijder, het extra trainen van zowel motorrijders als automobilisten gericht op hun onderlinge omgang, het zorgen van voldoende stroef wegdek en obstakelvrije zones en het stimuleren van het dragen van beschermende kleding.
Wat zijn de kenmerken van motorongevallen?
Het belangrijkste conflicttype waarbij een motorrijder het slachtoffer is, is de botsing tussen de motorfiets en een personen-/bestelauto (circa 50% van de ongevallen). Hiernaast valt bijna 40% van alle motorrijderslachtoffers bij enkelvoudige ongevallen (ongevallen zonder tegenpartij).
Deze enkelvoudige ongevallen vinden vooral plaats op wegvakken (81% van de gevallen), en niet zozeer op kruispunten. Tot slot vallen er, in vergelijking met auto-inzittenden, onder motorrijders meer slachtoffers binnen de bebouwde kom en minder op auto(snel)wegen.
Deze cijfers zijn gebaseerd op gemiddelden in de periode 2000-2007 (bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, BRON-bestand).
Deze ongevalskarakteristieken zijn niet uniek voor Nederland. Volgens de Europese verkeersveiligheidswebsite ERSO (SafetyNet, 2009) zijn de drie meest voorkomende ongevalsscenario’s voor gemotoriseerde tweewielers (motorfietsen en bromfietsen) de volgende:
- Scenario 1: De motorrijder/bromfietser rijdt op een wegvak, verliest de controle in een bocht en heeft een eenzijdig ongeval.
- Scenario 2: De motorrijder/bromfietser nadert een kruispunt en wordt aangereden door een automobilist die de tweewieler niet op tijd ziet.
- Scenario 3: Een automobilist slaat linksaf en ziet de motorrijder/bromfietser die van tegenovergestelde richting komt aanrijden over het hoofd.
Wat zijn de oorzaken van de onveiligheid van motorrijders?
Ongevallen waarbij een motorfiets is betrokken, gebeuren zoals gezegd vaak doordat geen voorrang wordt verleend (scenario’s 2 en 3).
In de periode 2000-2007 viel in Nederland bijna een kwart van de motorfietsslachtoffers bij ongevallen waarbij deze toedracht door de politie is vermeld. Volgens een grootschalige Europese studie (MAIDS, 2004) is dit vooral omdat de motorfiets over het hoofd wordt gezien.
In deze MAIDS studie zijn ruim 900 ongevallen in vijf landen (Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje en Nederland) waarbij een gemotoriseerde tweewieler (motorfiets/bromfiets) was betrokken, diepgaand geanalyseerd.
In ruim 36% van de gevallen zag de bestuurder van het andere voertuig de tweewieler niet; in 12% van de gevallen zag de bestuurder van de tweewieler het andere voertuig niet.
Deze problemen met zichtbaarheid worden enerzijds veroorzaakt door het (kleine, smalle) uiterlijk van de motor; anderzijds wordt vaak genoemd dat het gedrag of aanwezigheid van een gemotoriseerde tweewieler niet verwacht wordt door automobilisten en dat er daarom minder aandacht voor is.
Hiernaast vergroten sommige motorrijders de problemen door hun hoge snelheid (SafetyNet, 2009).
Een andere belangrijke scenario bij motorongevallen is het verlies van de macht over het stuur. In de periode 2000-2007 werd dit in 18% van de motorongevallen in Nederland als toedracht opgetekend. Verlies van controle heeft vooral te maken met kenmerken van het wegdek (glad door regen, door oliesporen, door wegmarkering, e.d.), een te hoge snelheid, of een combinatie van beide. Soms gebeurt het dat de motorrijder probeert een andere verkeersdeelnemer te ontwijken en daarbij de macht over het stuur verliest.
Tot slot hangt de onveiligheid van motorrijders samen met (een combinatie van) verschillende factoren (Morsink, 2007; Sexton et al., 2004):
- aard van de motorfiets: de motorfiets is een evenwichtsvoertuig en heeft een geringe stabiliteit, vooral bij hard remmen, maar ook bij een suboptimaal wegdek;
- grotere kwetsbaarheid van de rijder: dit heeft niet zozeer invloed op het ontstaan van een ongeval maar wel op de ernst van de afloop;
- ontbreken van routines en automatismen (rijervaring) bij de bestuurder door selectief gebruik van de motorfiets;
- neiging tot sportief gebruik van de motorfiets, wat zich kan uiten in hoge snelheid, sterk versnellen en sterk vertragen;
- hoge risicoacceptatie en onjuiste risicoperceptie van de bestuurder.
Hoe kan de veiligheid van motorrijders worden verhoogd?
Betere zichtbaarheid en opvallendheid.
De verwachting is dat de verkeersveiligheid van motorrijders toeneemt naarmate ze beter zichtbaar zijn en meer opvallen. Het effect van verbeterde zichtbaarheid op de verkeersveiligheid is echter (nog) niet onderzocht.
Betere zichtbaarheid en opvallendheid kan worden bevorderd via voorlichting en opleiding van automobilisten, zodat die meer bedacht zijn op de aanwezigheid van motorrijders.
Daarnaast kunnen technologische ontwikkelingen (ITS) bijdragen aan een grotere zichtbaarheid van de motor, bijvoorbeeld door automobilisten te waarschuwen (via een signaal in de auto) voor de aanwezigheid van een motor op een kruising.
Maar ook de motorrijder zelf kan bijdragen aan een betere zichtbaarheid en opvallendheid. Naast het voeren van verlichting kan de motorrijder een zodanige positie op de weg innemen, dat hij ook gezien kán worden.
Ook kan de motorrijder ervoor zorgen beter op te vallen door opvallende kleding en een lichtgekleurde helm te dragen en de voorzijde van de motorfiets (vooral de kuip als deze er is) van opvallende kleuren en retroflecterend materiaal te voorzien.
Veiliger rijgedrag
De motorrijder moet erop bedacht zijn dat hij vaak niet door andere weggebruikers wordt gezien. Dat vergt anticiperend rijden zoals:
- snelheid matigen, vooral op locaties met kruisend verkeer;
- anticiperen op gevaarlijke situaties en gevaarlijk gedrag van anderen;
- aanleren van noodmanoeuvres; het aantal bijzondere verrichtingen is in de nieuwe exameneisen voor motorrijders per 1 april 2004 uitgebreid.
Ook het beter trainen van zowel motorrijders en automobilisten wordt vaak als veelbelovende maatregel genoemd. De effectiviteit van een dergelijke training voor motorrijders en/of automobilisten zal echter pas vastgesteld kunnen worden na een gedegen evaluatieonderzoek
Bovenstaand informatie komt uit een rapport van 2009 maar is ook nu nog actueel, veel van de adviezen voor veiliger rijden met je motor zijn nog steeds van toepassing.
Vandaar dus deze site, om je meer inzicht te geven in wat je zelf kunt doen om een ongeluk te voorkomen.